SOFOS 360
Handmatig toevoegen van een stof aan de eigen databank
Introductie SOFOS 360 > Basisoefeningen > Module Stoffen > Handmatig toevoegen van een stof aan de eigen databank

Hier leert u hoe u handmatig een stof kunt toevoegen. Een aantal aanvullende gegevens kunt u ook aan een stof uit een Databank Derden toevoegen. Deze aanvullingen worden echter niet meegenomen als de databank wordt bijgewerkt.

Ten behoeve van het handmatig genereren van een veiligheidsinformatieblad of een werkplekinstructiekaart raden wij u aan om zoveel mogelijk informatie in te vullen.

Dit is het startscherm van de module. Hier begint u met het handmatig invoeren van een nieuwe stof.

  • Ga naar de module Stoffen, tabblad Stof.
  • Klik op Nieuw, selecteer de taal en voer handmatig de naam van de stof in die u wilt invoeren.
  • Voer alle gewenste gegevens in voor de stof en geef aan of u deze stof wilt delen via bijvoorbeeld de informatieportal door dit vakje aan te vinken.
  • In het tabblad Stof is alleen de naam verplicht. De overige informatie kunt u altijd later nog toevoegen.
  • SOFOS 360 logt u automatisch uit als u langer dan een aantal minuten niet in de applicatie heeft gewerkt. Om te voorkomen dat u uw werk per ongeluk 'kwijtraakt' doordat u bijvoorbeeld tijdens het invoeren van de stof even iets anders moet doen, kunt u uw werk altijd tussentijds opslaan.
  • De knop Opslaan: alleen de invoer wordt opgeslagen, u blijft op hetzelfde tabblad.
  • De keuze Opslaan en Sluiten: u slaat de invoer op en gaat terug naar het scherm van waaruit u een nieuwe stof hebt toegevoegd.
    SOFOS 360 logt u automatisch uit als u langer dan een aantal minuten niet in de applicatie heeft gewerkt. Om te voorkomen dat u uw werk per ongeluk 'kwijtraakt' doordat u bijvoorbeeld tijdens het invoeren van de stof even iets anders moet doen, kunt u uw werk altijd tussentijds opslaan.
  • De knop Opslaan: alleen de invoer wordt opgeslagen, u blijft op hetzelfde tabblad.
  • De keuze Opslaan en Sluiten: u slaat de invoer op en gaat terug naar het scherm van waaruit u een nieuwe stof hebt toegevoegd.

SOFOS 360® logt u automatisch uit als u langer dan tien minuten niet in de applicatie heeft gewerkt. Om te voorkomen dat u uw werk per ongeluk 'kwijtraakt' doordat u bijvoorbeeld tijdens het invoeren van de stof even iets anders moet doen, kunt u uw werk altijd tussentijds opslaan.

  • De knop Opslaan: alleen de invoer wordt opgeslagen, u blijft op hetzelfde tabblad.
  • De keuze Opslaan en Sluiten: u slaat de invoer op en gaat terug naar het scherm van waaruit u een nieuwe stof hebt toegevoegd.

U kunt de eigenschappen van de stof wijzigen door in het overzicht op het Wijzig-icoon voor de stofnaam te klikken.

  • Ga vervolgens naar het tabblad Namen. Hier kunt u diverse namen opgeven. Klik hiervoor op het pijltje naast Nieuw (). De volgende keuzelijst komt tevoorschijn:

    Als je geen keuze maakt, wordt automatisch het laatst gebruikte type gekozen.
  • Kies uit de lijst het gewenste naamtype, kies vervolgens de taalcode. Typ in het vak Stofnaam vervolgens de naam. Bevestig met OK. Je ziet dat de nieuwe naam is toegevoegd.

Alle regels die u zelf toevoegt kunt u wijzigen met het wijzig Wijzig-icoon en verwijderen door de regel te selecteren. Als het Verwijder-icoon boven het grid rood wordt, dan klikt u hierop.

SOFOS 360® biedt de mogelijkheid om automatisch een voorstel te doen voor H-zinnenP-zinnen en GHS pictogrammen. De Arbo pictogrammen dienen door de gebruiker zelf handmatig gekoppeld te worden.

  • Ga naar tabblad Classificatie en klik op het Wijzig-icoon bovenin het scherm.
  • Klik op Koppelen bij Gevarenklassen en selecteer de door u gewenste gevarenklassen. Klik hierna op OK. De GHS pictogrammen worden automatisch toegevoegd.
  • Nu volgt het automatisch invullen van de H-zinnen/P-zinnen.
  • De arbo-pictogrammen verschillen per bedrijf of organisatie. U kunt handmatig de eigen pictogrammen toevoegen door op de knop Koppelen te klikken en de gewenste pictogram(men) toe te voegen. U kunt één pictogram per keer toevoegen. Door een pictogram te selecteren wordt de knop Ontkoppelen actief; u kunt het geselecteerde pictogram hiermee verwijderen.
  • Klik vervolgens op opslaan. U kunt nu terug naar het hoofdscherm.

  • SOFOS 360® biedt de mogelijkheid om automatisch een voorstel te doen voor H-zinnenP-zinnen en GHS pictogrammen. De Arbo pictogrammen dienen door de gebruiker zelf handmatig gekoppeld te worden.
    • Ga naar tabblad Classificatie en klik op het Wijzig-icoon bovenin het scherm.
    • Klik op Koppelen bij Gevarenklassen en selecteer de door u gewenste gevarenklassen. Klik hierna op OK. Nu volgt het automatisch invullen van de H-zinnen/P-zinnen en de GHS pictogrammen.
    • Klik vervolgens op opslaan en het blauwe pijltje.

    Alle regels die u zelf toevoegt kunt u wijzigen met het Wijzig-icoon en verwijderen door de regel te selecteren. Als het Verwijder-icoon boven het grid rood wordt, dan klikt u hierop.

In dit tabblad voegt u eigenschappen toe. Omdat het aantal eigenschappen groot is, is dit subscherm onderverdeeld in vier tabbladen.

  • Aspecten
    In dit tabblad kunt u de eigenschappen van de stof koppelen, als de aard, aggregatietoestand, oplosbaarheid, kleur, geur en u kunt een noodnummer toevoegen. Waar 'Koppelen' staat, kunt u dit woord aanklikken en kiezen uit een lijst met vaste waarden. Waar 'Nieuw' staat kunt u dit woord aanklikken en de gewenste gegevens invoeren.
  • Fysieke eigenschappen
    In dit tabblad kunt u de fysieke eigenschappen als bijvoorbeeld pH-waarde, dichtheid en ontvlambaarheid toevoegen en u kunt de dampdruk en viscositeit invoeren. Als u een stof naar de stoffenmanager wilt exporteren, dan dient u voor vaste stoffen ook de emissie aan te geven. Dat kan in dit tabblad.
  • Vrije tekst
    In dit tabblad kunt u uw eigen (bedrijfs-)specifieke tekst invoeren, bijvoorbeeld aanvullende instructies voor opslag of transport, omschrijven welk logo op welk stofspecifiek document gebruikt moet worden et cetera.
  • Controleparameters
    In dit tabblad kunt u controleparameters invoeren, bijvoorbeeld blootstellingsduur, blootstellingsroute (bijvoorbeeld inademing, aanraking), of er bij het vaststellen van een parameter een proefdier is gebruikt en zo ja welke, welke methodiek is gebruikt enzovoorts. Deze kunt u gebruiken om te bepalen of en zo ja wie hoe lang blootgesteld mag worden aan deze stof en onder welke omstandigheden.
    • Er zijn verschillende controleparameters beschikbaar: Acute toxiciteit, Ecotoxiciteit en Persoonlijke bescherming. Voor een compleet overzicht: zie de stamtabellen.
    • Elk type heeft een eigen scherm en ondersteuning.
    • U kunt - naast eigen onderzoek - ook andere bronnen vermelden indien beschikbaar.
    • Er zijn verschillende parametertypes beschikbaar. Afhankelijk van de keuze die u maakt kunt u aanvullende gegevens invullen als eenheid, blootstellingswaarde en blootstellingstijd.

Alle regels die u zelf toevoegt kunt u wijzigen met het Wijzig-icoon en verwijderen door de regel te selecteren. Als het Verwijder-icoon  boven het grid rood wordt, dan klikt u hierop.

Hier voert u de aanwijzingen in voor transport van de stof. Er zijn zes onderdelen:

  • UN-codes (verplichte codes voor transport van gevaarlijke goederen);
  • Wegtransport (ADR klasse en sub klasse, verpakkingsgroep, gevarenkaart en tunnelbeperkingen);
  • Treintransport (RID klasse en RID verpakkingscode);
  • Binnenvaart (ADN klasse en ADN verpakkingscode;
  • Luchtvracht (ICAO klasse, ICAO verpakkingscode, ICAO sub risico, ICAO 1e instructie, ICAI 2e instructie);
  • Zeevracht (IMDG klasse, IMDG verpakkingscode, IMDG pagina, IMDG MFAG nummer, IMDG, IMDG EMS nummer).

Ook kunt u hier - indien aanwezig - verpakkings- en/of tanklabels koppelen en ontkoppelen en extra transportteksten invoeren.

Bent u er niet zeker van welke aanwijzigingen van toepassing zijn op de stof die u zojuist heeft ingevoerd, neemt u dan contact op met uw eigen specialist voor meer informatie hierover.

Hier kunt u teksten toevoegen, aanpassen of verwijderen.


Om een nieuwe tekst toe te voegen, klik op Nieuw.

Er opent zich een extra venster:

 U kunt de tekst onder Hoofdstuk uitklappen door op het zwarte pijltje () te klikken. Vervolgens maakt u een keuze. Als uw keuze er niet bij staat, dan kan de tekst op N/B blijven staan.

Als u uw keuze voor het hoofdstuk heeft gemaakt, ziet u een aantal teksten verschijnen indien aanwezig. Hieruit kunt u een keuze maken door op het witte vierkantje voor de tekst te klikken. U bevestigt uw keuze met Toevoegen rechtsboven.

Alle regels die u zelf toevoegt kunt u wijzigen met het Wijzig-icoon en verwijderen door de regel te selecteren. Als het Verwijder-icoon boven het grid rood wordt, dan klikt u hierop.

In dit tabblad vindt u een overzicht van gekoppelde Artikelen, Afdelingen, Medewerkers en Ruimtes. U kunt per onderdeel een nieuwe koppeling toevoegen door op Nieuw te klikken.

Artikelen

  • Klik op Nieuw. Er opent zich een nieuw venster.
  • Vul de gevraagde informatie zo volledig mogelijk in (vergeet niet op te geven of de verpakkingseenheid voor bestelling standaard een bulkartikel is of niet).
  • Vul eventueel de gevraagde informatie op de tabbladen Extra info, Voorraad en Documenten in.
  • Bevestig met OK.

Voor de onderstaande onderdelen geldt dat de werkwijze hetzelfde is, alleen de invoer is anders, afhankelijk van het onderdeel.

Afdelingen

  • Klik op Nieuw. Er opent zich een nieuw venster.
  • Vul de gevraagde informatie in. De "vanaf datum" en "tot en met datum" zijn niet verplicht.
  • Standaard staat 'Is actief' aangevinkt. Als dit (nog) niet het geval is, kunt u deze uitvinken.
  • Bevestig met OK.

Medewerkers

  • Klik op Nieuw. Er opent zich een nieuw venster.
  • Vul de gevraagde informatie in. De "vanaf datum" en "tot en met datum" zijn niet verplicht.
  • Standaard staat 'Is actief' aangevinkt. Als dit (nog) niet het geval is, kunt u deze uitvinken.
  • Bevestig met OK.

Ruimtes

Alle regels die u zelf toevoegt kunt u wijzigen met het Wijzig-icoon en verwijderen door de regel te selecteren. Als het Verwijder-icoon boven het grid rood wordt, dan klikt u hierop.

Dit tabblad bestaat uit twee grids: Mengselcomponenten en Onderdeel van.

Mengselcomponenten

Hier vult u in uit welke componenten het mengsel bestaat. Klik hiervoor op de knop Nieuw. Er opent zich een extra venster. Vul de gevraagde gegevens in en bevestig met OK.

 Het toegevoegde mengselcomponent zal nu in het grid zichtbaar zijn.

Alle regels die u zelf toevoegt kunt u wijzigen met het Wijzig-icoon en verwijderen door de regel te selecteren. Als het Verwijder-icoon boven het grid rood wordt, dan klikt u hierop.

Voor een uitgebreide uitleg, zie de CLP-module.

Dit is een logbestand (audit trail) van alles wat met deze stof is gebeurd. Dit log is niet te verwijderen. Wel kunt u een extra verwerker toevoegen of het log selecteren om vervolgens de geselecteerde regels te exporteren.

Log koppelen

Met deze functionaliteit voegt u een extra verwerker toe aan de stof.

  • Klik op Koppelen rechts bovenin. Er opent zich een nieuw venster. Afhankelijk van de grootte van de database Gebruikers kan dit even duren. Wacht tot de database is ingeladen.
  • Als u (een deel van) de naam weet, kunt u ook de naam in het veld Auditdata typen en de zoekactie starten met het vergrootglas. U krijgt dan alleen de resultaten voor de opgegeven naam.
  • Als u op de gewenste naam klikt, wordt de geselecteerde persoon automatisch gekoppeld aan deze invoer. De koppeling kunt u niet ongedaan maken.

Log exporteren

Een log kunt u exporteren naar een aantal bestandsformaten.

Klik op het zwarte pijltje () en maak een keuze uit een van de onderstaande formaten. 

Maak uw keuze door op een formaat te klikken. Open het nieuw aangemaakte bestand of sla het op.

U kunt het logbestand nu verder verwerken. Bij de verwerking en verspreiding van de gegevens dient u rekening te houden met de wet- en regelgeving (GDPR)

U kunt een document toevoegen aan een stof, ruimte etc.


Klik op Nieuw links boven het overzicht.


Er schuift een nieuw venster open.


Klik op het pijltje () naast Nieuw om een document-type te kiezen.


Vul hier beschrijvende informatie in van het document. Als u het document ook wilt toevoegen aan een (door uw organisatie) aangemaakt dossier, klik dan op het pijltje aan de rechterkant () om een dossier te kiezen. Anders kunt u dit veld leeg laten. De vervaldatum van het document hoeft u ook alleen maar in te vullen als dit van toepassing is; anders kunt u dit veld leeg laten.


Het uitklapvenster van de optie Dossier.

 
Als u alles heeft ingevuld, klikt u op de button Bladeren naast het veld Bestand.


Er opent zich een nieuw venster waar u uw bestand kunt opzoeken. Selecteer het bestand door deze te selecteren en vervolgens op Openen te klikken.


U ziet dat uw bestand is toegevoegd. U kunt meer bestanden toevoegen door op het Wijzig-icoon te klikken of het bestand verwijderen door op het Verwijder-icoon te klikken.


Als u alle documenten heeft geselecteerd, klikt u bij Eigenschappen op Koppelen.


Er opent zich een nieuw venster waar u de toegevoegde bestanden kunt selecteren. Vink deze aan en bevestig met OK.

 
Als u dit op het scherm ziet, is het document gekoppeld aan de (in deze oefening) stof.

Alle regels die u zelf toevoegt kunt u wijzigen met het Wijzig-icoon en verwijderen door de regel te selecteren. Als het Verwijder-icoon boven het grid rood wordt, dan klikt u hierop.

Zie Ook

Stoffen